Coronavaccinatie minderjarigen en geschillen tussen/met ouders
Nadat alle volwassenen die dat willen zich hebben kunnen laten vaccineren tegen corona is het inmiddels ook voor minderjarigen van 12 tot 18 jaar mogelijk om een coronavaccinatie te krijgen. Het Pfizer-vaccin is inmiddels goedgekeurd voor inzet in deze leeftijdsgroep.
Maar hoe zit dat nu als ouders, en dat hoeven niet persé gescheiden ouders te zijn, met elkaar van mening verschillen over het vaccineren van hun kinderen? En in hoeverre mag het kind, los van wat ouders willen, zelf hierover beslissingen nemen?
Kinderen vanaf 16 jaar:
Voor de kinderen vanaf de leeftijd van 16 jaar ligt dit eigenlijk heel eenvoudig. Zij zijn bevoegd om zelf, zonder instemming of zelfs maar medeweten van hun ouders, naar een arts te gaan of een beslissing te nemen over een vaccinatie.
Kinderen van 12 tot 16 jaar:
De regeling die voor deze leeftijdsgroep geldt ligt wat lastiger. Zowel de ouders als de minderjarige hebben namelijk een stem in de beslissing. Uitgangspunt in de wet is dat de minderjarige de beslissing mag nemen, maar dat de ouders hiermee moeten instemmen. Als ouders echter van mening verschillen met elkaar of als er een meningsverschil is tussen kind en ouders, is de wens van het kind bepalend als het kind “weloverwogen”, zoals de wet dat noemt, een beslissing kan nemen.
Uiteraard is het verstandig om, als er verschillen van mening zijn tussen ouders of tussen minderjarigen en hun ouders over de corona-vaccinatie, hierover op een open en constructieve manier met elkaar in overleg te treden. In de gepubliceerde rechtspraak zijn er tot op heden geen zaken te vinden waarin er geprocedeerd is over het al dan niet vaccineren tegen corona van minderjarigen. Dit stemt hoopvol en is een aanwijzing dat, het felle maatschappelijke debat tussen voor- en tegenstanders ten spijt, het doorgaans lukt hier samen aan uit te komen.
Uitspraken van rechters over andere vaccinaties dan de vaccinatie tegen corona:
In de gepubliceerde rechtspraak zijn wel diverse uitspraken te vinden over verschillen van mening tussen ouders over het rijksvaccinatieprogramma. Dit betreft dan de vaccinatie tegen kinderziekten die als ernstig worden beschouwd. Als één van de ouders weigert de kinderen te laten vaccineren, en de andere ouder vraagt vervangende toestemming voor vaccinatie bij de rechter, wordt deze toestemming verleend.
Maar deze rechtspraak is van geen betekenis voor de vaccinatie tegen corona, omdat er twee belangrijke verschillen zijn. Allereerst gaat het bij het rijksvaccinatieprogramma om kinderen die jonger zijn dan 12 jaar, waarover alleen ouders moeten beslissen. Op de tweede plaats gaat het om inenting tegen kinderziekten die gezien worden als risicovol voor het kind zelf. Echter worden kinderen volgens medici doorgaans niet of nauwelijks ziek van corona en is de vaccinatie van deze leeftijdsgroep met name van belang vanuit een oogpunt van volksgezondheid, te weten het uitdoven van de pandemie. Uitzonderingen daargelaten, van kinderen die een kwetsbare gezondheid hebben, gaat het bij een corona-vaccinatie niet zozeer om het beschermen van de gezondheid van het kind zelf, terwijl dat wel het geval is bij het rijksvaccinatieprogramma tegen kinderziekten.